1TRAVEL.NL 

 
 

  Home

 Thailand 1  

  Kerst

 

What about...

 

...Changes

I was in Thailand for the first time in 1991 as part of a half year trip. I spend 3 weeks in Bangkok, trekking outside Chaingmai and at a beach resort down of Bangkok. So I stayed a few times in the big city and remember it well. I rember the fumes from the tuktuks, the overwhelming noise, the pressing heat, the smog the filth. So when I got back in Bangkok after almost 17 years, I was happily surprised. No more two strok tuktuks, which means less fumes and less noise. Using your horn is not allowed and most cars I saw where new. No more old cracky cars. I saw no plasti, paper etc lying at the side of the roads, I hardly saw any baggers. Also outside Bangkok it had changed a lot. New minibusses drive the people around, also the big busses are new or at least comfortable and in good shape. So does this mean that Thailand is a rich or richer country now. Well no. There are more rich people and they can affort new cars. Most you see pickups, which are allmost half yhe price of a sedan 'cause they don't have to pay tax for it. But prices are still low. You can travel easily for 15 to 20 Euro per day. Food is cheap, transport is dirt cheap and accommodation is good for only a few bucks. People who work still get only little money, so they have to work long days or have more jobs. So, while you look and might think that Thailand is hard on its way of being a first world country, in depth they are still a long way off and it will will take a long time before they get there.

 

...Sãwngthãew?

Oké, this is a hard word to pronounce,  in plain english it is a pick up used for transportation of people. Otherwise known as the local bus. When distances are not to big, say between 20 minutes and 5 hours (normal in Laos), you don't take a bus but a sãwngthãew. They're half as fast a normal busses and stop for allmost everyone, even when you think it is full. They even make detours to load of passengers and their huge amount of cargo. Unfortunatelly they normally will start when they have at least seven or more passengers, so with bad luck you get stuck for several hours. Option is to charter the Sãwngthãew or start hitchhicking (had to do that on the way to Chiang Khong). So how does it look like, well a  I said it is a pick up, mostly a Toyota. In the back there is a bench on each side and on bick ones one in the middle. To stay dry and to load backs etc there is a roof and on the back a sort of platform where you can stand on.

 

 

 So with a bit of luck only 10 or so people get on. But, unlucky, they can really load it up, with one or two thousand kilo of goods. Being rice, chickens, water, bags of crisps, chocolate or anything the people can sell in their local shops. And then ofcourse they still want the seven people. Now I never figured out if they have to pay for extreme luggage, but somhow I doubt it.

 

       Thailand                   

  

26-12-2007 t/m 10/01/2008

 

Oke, ik begin dit verslag een aantal dagen eerder dan hierboven vermeld, maar dit hoort wel/niet bij Thailand. Op de 21ste december vlieg ik namelijk al met Thai Airways van Kathmandu in Nepal, naar Bangkok. Hier arriveer ik helaas in de avond en tegen de tijd dat ik een hotel heb, zijn zo'n beetje alle shoppingmalls dicht. Juist ik zit bij Siam square waar al die grote winkelcentra zijn. Ik ben namelijk op zoek naar een scratchfilm voor mijn Ipaq en die kan ik alleen in Bangkok vinden. Maar helaas dus. De dag erna geen tijd, want ik ga terug naar het nieuwe luchthaven van Bangkok om met budget maatschappij AirAsia naar Hat Yai te vliegen. Is een echte budget, erger dan Air Arabia, want je krijgt zelfs geen water. In Hat Yai zoek ik gelijk een minibus op naar Satun, een plaats aan de Andamanzee. Daar kom ik tegen de avond aan en boek mezelf in een luxe en grote kamer met een bad en minibar (laatste niet eens duur). 's Avonds is er in de straat voor het hotel een gezellige nightmarket, kan ik gelijk wat van dat lekkere thaise eten uit proberen. Wat me opvalt na een dag in Thailand is dat het enorm luxe, schoon en stil is, vooral na twee maanden India en Nepal. Maar voor mijn gevoel ook enorm veel schoner en beter dan in 1991. De 23ste neem ik een ferry Thailand uit en vaar ik in een anderhalf uur naar Langkawi in Maleisië. Als ik hier aankom heb ik intussen alweer contact met Dennis, die, met Pauline en Jez, al op me staat te wachten. Ze hebben me uitgenodigd om de kerstdagen met hun te vieren op dit eiland en hebben voor de gelegenheid een super de luxe resort geboekt. Het is een goed weerzien en in de dagen wordt er heel wat afgekletst. Van de haven gaan we met de taxi naar de andere kant van het eiland waar ons hotel is. En dit is luxe, luxe, luxe. Na een klein half jaar in goedkope kleine hotelletjes is dit even een cultuuurschok voor me (voor hun ook wel een beetje). Alles wat je je bij een resort voor kan stellen is er. Grote luxe entrée, diverse restaurants, zwembad (die dag gesloten) met bar in het water, prive strand, busjes die de gasten van en naar hun bungalows brengen en bediening met een lach. We hebben er niet een kunnen betrappen die niet beleefd, aardig was en lachte, hun motto "We are here to give you the holiday you dream of" (oke, ik weet niet of dat klopt, maar waar is het wel). De bediende in het restaurant, de chauffeur, de schoonmaakster, echt iedereen is super vriendelijk en naar ons gevoel ook gemeend vriendelijk. We hebben een niet al te grote bungalow vlak aan zee (door de jungle te zien) met alles erop en eraan. Ook hier een minibar waar de drank bijna net zo goedkoop is als in de winkel. Ja, en wat doe je dan die paar dagen. Wel eten, drinken, zwemmen en relaxen. Op dag twee doen we een tripje met de kabelbaan naar een berg met schitterende uitzichten. Verder hebben we twee kerstdiners. De eerste aan het strand, de tweede in een thais restaurant op zee. De eerste avond worden we vergast met een we'll zeer donkere kerstman en zeer knappe elfjes die de christmas carols zingen. Maar helaas, na drie heerlijk dagen komt er alweer een einde aan de gezelligheid en breng ik ze naar het vliegveld. Ze vliegen, met een stuk bagage van mij, naar Kuala Lumpur en vandaar gaan ze een paar dagen later terug naar Nederland. Ikke ga nog even verder, op naar Thailand.

 

Na het uitzwaaien neem ik een taxi naar de ferry, verlaat Maleisië weer en ga met de boot terug naar Satun in Thailand. Tot in de boot heb ik nog geen idee waar ik heen ga, maar besluit dan gelijk door te gaan naar Pak Bara, een klein plaatsje aan de Andaman zee en gateway naar diverse eilandjes. Hier een super basic hotel, met een koude douche en bucket-wc, maar het heeft wel wat. Ook in Pak Bara twijfel ik wat hierna te gaan doen. Uiteindelijk besluit ik op de 27ste, een uur voor de boot vertrekt, naar Tarutao te gaan. Dus snel mijn spullen halen en wat spullen inslaan en met de boot van 11 uur vaar ik de zee weer op naar Tarutao. Dit is het grootste eiland, behorende bij een natuurreservaat van verschillende eilandjes. Op het eiland is niet veel. Op de plek waar ik zit is het meest. Er zijn een soort museum, rangerlodges, een miniwinkeltje, een restaurant (goedkoop en lekker), een aantal bungalows, twee longhousen (lang gebouw met wandjes met in iedere kamer vier matrassen, lakens en jawel handdoeken) en een camping. Een aantal douche gebouwen (schoon en ruim) en lange en lege stranden. De natuur is schitterend en je kunt hier niets anders doen dan relaxen. Dus duik ik de zee in, klets wat met mensen, lees en doe niets. De volgende dag wandel ik via de enige weg naar het volgende strand. Intussen zie je er nog een paar, lege stranden, palmbomen en een schitterende zee. Na vier kilometer ben ik bij een tweede strand met wat bungalows, camping en restaurantje. Hier is echt bijna niemand. Dan loop ik weer een vier kilometer verder naar het verste punt van de wag langs deze kant van het eiland. Hier weer een strand met alleen een paar bamboe hutjes, er is een restaurant, maar die is dicht. Als je over de rotsen wat verder loopt kom je bij een wederom leeg strand (oke in de verte zie ik een stel zwemmen). Op het hele eiland zijn misschien 100 touristen. Ik poog nog over een slipperig pad naar een waterval te komen, maar het wordt me te link (wil geen been breken en dan dagen wachten tot iemand me vindt) en ga terug. De wandeling is schitterend, wat een stilte en wat een natuur, dit is oerbos en je ik zie vooral vogels en apen, ook zie ik een leguaan wegsprinten. Ik blijf drie dagen en nachten op het eiland en denk dat ik er nog een keer terug ga. Hier ben je echt verplicht tot niets doen, fantastisch. De 30ste dus met de boot weer terug naat Pak Bara en dan door met een minibus naar Trang. Daar kan ik nog een plaats krijgen in de nachttrein naar Bangkok. Ik heb een tweede klas aircon wagon en wat een verschil met India. Aan iedere kant twee bedden in de lengte richting. Bedden worden netjes opgemaakt, zijn zacht, lekker kussens en warme deken en een gordijntje voor privacy (lees transport in India voor vergelijk). Om half negen op oudjaarsdag ariveer ik in Bangkok en ga met metro en skytrain (metro op palen) terug naar Siam square. Dit keer een ander iets goedkoper hotel, check snel in en duik dan de winkelcentra in voor mijn scratchfilm. Maar ik weet niet wat er is, want in de grootste IT mall is bijna de helft van de winkels dicht, ook in andere malls zijn veel winkels dicht. Na lang zoeken vind ik wat ik zoek en koop ik daarnaast ook nog de LP van Laos. Na een week check ik weer eens mijn mail en hang de rest van de dag in Siam rond. 's Avonds zijn er buiten de winkelcentra wat openlucht concerten en verblijf ik daar tot het nieuwe jaar. Terug in het hotel zitten nog wat mensen buiten en drink ik nog wat verder met hun. Ja, en de eerste verlaat ik dan maar weer Bangkok, veel gezien heb ik niet en of ik op de terugweg er nogmaals heen ga betwijfel ik. De eerste vertrek ik dan ook in de late ochtend met skytrain, metro en trein naar Ayutthaya. Ayuthaya is bekend om zijn eeuwen oude What's (tempels), en hoewel dichtbij Bangkok, niet super touristisch. Vanaf het station wandel en vaar (ferry) ik de stad in. Er zijn verschillende guesthouses, maar de meeste zitten bij elkaar in een straat. Ik neem een kamer in Tonny's voor 200 Bhat (is plm 4 Euro). Tonny's ziet er prachtig uit, een ruim en goed restaurant, verschillende zithoeken, internet, tours en ruime nette kamers en dat alles van teak. Tegenover Tonny's zijn drie andere restaurants met 's avonds live muziek. Helaas staan de bands buiten en moeten ze tegen elkaar opboksen qua volume. In Tonny's ontmoet ik Suki, een Janpanse, en samen fietsen we twee dagen rond de tempels, in en buiten de stad. De tempels in de stad wel wat drukker, maar we zijn daar aan het einde van de dag als de meeste touristen al weg zijn. De volgende dag doen we de tempels buiten de stad en op één na zien we bijna geen andere touristen. Ook 's avonds is de stad uitgestorven. Blijf hier uiteindelijk drie dagen hangen, had ik niet verwacht hier. De vierde pak ik de trein weer en reis naar Lopburi. Ook weer een plaats met de nodige tempels. Helaas niet zo groots als in Ayuttaya en met een uurtje of vier heb je ze wel gezien. Gelukkig is er een gezellige kroeg en een goede nightmarket met lekker eten. Lopburi is ook bekend om zijn apenkolonie, die de meeste capriolen uithalen op de hoogspanningskabels in de stad. De volgende dag neem ik de lokale trein weer, dit keer naar Phitsanoluk en van hier verder met de bus naar Sukothai. Hier heb ik een kamer in een oud teak huis, erg basic met een matras op de vloer en een muskietennet met gaten. Ik bezoek hier ook weer de nodige tempels in Old Sukothai, een 20 kilometer verderop. Om ze allemaal te zien huur ik een fiets. Sommige tempels zijn simpels, maar er zijn een aantal erg mooie bij. De volgende plek waar ik heen ga is Mae Salong, echter om hier te komen moet ik eerst met de bus naar ChiangRai. En machtig, dit is vele malen touristischer dan Ayuttaya. Bah, ik blijf hier dan ook maar een nacht en ga dan gauw weer verder. Met de bus richting Mae Sai en vlak daarna stap ik uit op de kruising naar Mae Salong. Hier staan pickups klaar, echter die gaan pas als ze zeven personen hebben en helaas ben ik de enige. En blijf de enige, na anderhalf uur krijg ik gezelschap van twee Italiaanse en besluiten we uiteindelijk maar de hele Pickup te charteren voor 400 Baht. Mae Salong ligt in de bergen en de rit erheen is erg mooi. Plaatsje zelf is klein maar een paar simpele guesthouses. Neem een kamer in klein guesthouse, maar met schone shared douches en wc's, gratis thee en laundry, doe dus snel een was. De volgende dag bezoek ik om zes uur de lokale markt, klein en in mijn ogen niet echt sensationeel. Na nog een uurtje slapen huur ik voor drie dollar een brommer en scheur de dag door de bergen om de nodige Black Thai en Akha dorpjes te bezoeken. De omgeving is echt werelds en ook de dorpjes zijn zoals je kan verwachten. Dus veel redelijk ruime houten huizen op palen, dirtroads en paadjes. Rondscharrelende kippen, varkens en koeien. Schitterend. Gelukkig hier niet zoveel touristen en al rondrijden zie ik niemand. 's Morgens bezoek ik een chinese monument voor de soldaten die tegen het communisme hebben gevochten en de strijd voortzetten vanuit Mae Salong. De plaats huisvest dan ook nog vele chinezen die tot 10 jaar terug hun geld verdiende met opium teelt. Om rust in de regio te brengen zijn veel chinezen in de oorlogsperiode 'verbannen' naar Taiwan. Ook de bergstammen in Thailand, maar ook in Laos, zijn gevlucht, sommigen pas in de jaren 70, voor problemen met de regering in China of Myanmar. De tiende neem ik de pick-up (is dus een lokale bus, zie openbaar vervoer) van acht uur naar Mae Sai, daar ben ik op tijd en ook de bus naar Chiang Sean, hier ben ik al om elf uur en nog maar een 60 kilometer van de grens met Laos, dus dat moet lukken die dag. Ik eet snel bij de 7 Eleven een Hotdog en neem een icecoffee, die zijn daar erg lekker. Dan op zoek naar de pick-up naar Chiang Khong. De pick-upfungeert meer als vrachtauto dan als "bus", dus we zitten wat krap. Maar goed om 12 uur vertrekt hij. Na vele stops en het lossen van de vracht ben ik na een anderhalf uur nog de enige in de wagen, om 14 uur stopt hij, geen idee waar. Het blijkt dat hij maar tot hier gaat en ik vanaf deze plaats een andere pick-up moet nemen. Er zit nog een stel te wachten die de andere kant op gaan. Blijken al een tijdje te zitten. Ook hier geld dat de wagen pas gaat rijden als hij een minimum aantal personen heeft. Uiteindelijk lukt het de dames voor minder mee te gaan naar Chiang Sean, chauffeur moest toch terug dus.. Vanaf Chiang Sean komt na een half uur nog een pick -up met een Japans stel erin. Ook zij worden gedropt. Helaas gaat er geen wagen richting Chiang Khong of we moeten er een duur afhuren. In de plaats zelf is niets, geen restaurant of hotel. Uiteindelijk gaan we om vier uur maar lopen, blijkt dat we pas halverwege zijn, dus nog een 30 kilometer van Chiang Khong. Dus liften, helaas duurt het een uur voor de eerste auto onze kant op gaat en gelukkig mogen we een stuk meerijden. Als we uitstappen en weer een kilometertje gelopen hebben, komt een andere pick-up ons achterop. Nee, geen bus maar een werkwagen. Met hun mogen we meerijden naar Chiang Khong. Ja, daar zijnn we dan pas om half zes, te laat om nog de grens over te gaan. Ik neem een hotel aan de Mekong rivier met uitzicht op Laos en de stad Huay Xai, mooie zonsondergang. Zo wie zo was de wandeling over een weg langs de Mekong erg mooi, dus zo'n ramp was het niet. Na een goede nachtrust ontbijt ik met een baquette alvoor ik naar de immigratie loop. Als ik hier om negen uur ben, staan er wel drie groepen touristen voor me. Yak, ik dacht Laos nog niet zo populair was, maar dat valt dus tegen.Na een half uur in de rij heb ik mijn exit stempel en wandel ik naar de Mekong, hier moet je voor te veel geld met een boot overvaren naar Laos.

Ja en dat waren dus 15 dagen Thailand, het viel me erg mee. Kijk ik weet dat het een mooi land is en erg populair, maar als je een beetje van de gebakende paden gaat, ofwel off the beaten track, dan kom je nog kleine leuke plaatsjes tegen, vriendelijke mensen en is Thailand nog steeds goedkoop. Uit Laos zal ik zeker nog een twee weken genieten van het moois wat Thailand te bieden heeft.

    

                 

 

 

What about...

 

...Hair?

Oké, many have seen documentaries about Japan, so maybe you can picture this. It will be easier if you have been in Japan or in this case Bangkok. Thailand is known for its What's, beaches and...sex. Thailand is also known for the transvestites and homo's. So the one day I was in Bangkok (way enough) I had the change to see the Thai (and sextourist) at its best, being it new years eve. Because it was a special night, most people dress up fo the occasion. Normally I will write about the women you see, but in this case I talk about the man (or are they??). While the women don't look much different (they already look good) it is the man who dress up, spending hours at the hairdressers and looking what to wear. So the hair looks like... I don't know... like women. I mean, I have seen a lot of girls in europe with the same hairdo, and remembering some shampoo commercials, it looks just like that.

 

 

 

...Off the beaten track?

When I decided to take Thailand in my itenary on the way down to Malasia, I did it with the idea to speed my way through the country. Then I got invited to spend Christmas in Malasia and did I have to travel up and down Thailand. Because I have the time I thought I might aswell go a bit further and see something of the country while I am there. So I visited a few places like Bangkok and Changrai (no, I don't mean Changmai). And yes, they where what I expected, overly touristy. And I just don't like the tourist crowds. So I went, as they say, of the beaten track, and then Thailand is different. Yes, there are a still Tourists, but not so many. I spend three nights in Ayutthaya, a beautifull, touristy place only an hour from Bangkok, but it is a place where nobody stays or goes o the outer temples. There are not many guesthouses, and they where hardly full, there where a few bars with mostly locals. Cycling outside the city I saw hardly any tourists, it was great. Best place I stayed was Mae Salong where I spend a day cycling through small hilltribe villages. Great, people waved, children didn't bag and only a few tourist. Especially at night it was quit and peacefull. It was more of the beaten track, when I got 'dumped' halfway from Chiang Sean to Chiang Khong and we (i met some other couple who also got stranded there) had to hitchhike our way to to border of Laos. So, in retrospect as many believ, if you go of the beaten track and take it a little more rougher you can still see the old Thailand.

 

 

 

1TRAVEL.NL © 2007• Privacy Policy • Terms Of Use