1TRAVEL.NL 

 
 

  Home »

  Fotopagina

 

What about...

 

...Traveling?

Now I travelled quite a lot, not only on this trip, but all over the world by now. But travelling in Laos is different. Not because most transport is with pick-ups (sãwngthãew), though these are in this case, actually not so bad. Okay, if you sit in one for a couple of hours you feel the musclepain in your upperlegs the same night, especially in the mountains where the roads winds and winds and as you sit sideways, so you need your legs to stay seated. Locals are quite just to them, so here this is not the problem.

 

sãwngthãew

 

No, the problem comes for them in the normal busses. If it is an old russian one or a new chinese, this doesn't matter. As the bus leaves the busstation it will take less than half an hour before it starts. What, you want to know? Well...vomiting. I don't know what it is, but every bus I took had people vomiting in it. Ever bus you see has the marks on the outside. Bus attendents are so used to it, that they carry plasticbags with them. And they need them. On one ride of 11 hours a woman was throwing up every half an hour or so, it must have been a drive to hell for her. So if you cannot stand the sour smell of vomit, don't travel in normal busses in Laos.

 

...Public transport?

Okay, this must be my favorite subject, but travelling EurAsia continent I hit the biggest variations. Sometimes it is just another name for the same transport, or the same name for a different one. Well, in Laos you have, just like in Thailand, the Sãwngthãew. It operates the same, so I also got stuck in the middle of nowhere. (see 'getting stuck'). Then you have in the bigger cities the Tuktuks, very famous in Thailand and widely available in Laos. But they look different then the ones in Bangkok. The Tuktuks here have the backseats like in a pick-up, lengthwise, so more then two people and cargo can go in. There are even shared Tuktuks. Besides the one looking as in Thailand, there are als smaller ones. The front is from a motorbike, the back like the famous pick-up. Besides those, in Luang Prabang I was taxeed in a motorrickshwa. Meaning the seat (holding two) was aside of the bike.

 

...Getting stuck?

I tried to get from Nong Khiaw to Xam Neua through Vieng Tongh and Vieng Kham. According to all information received this was not a problem. The road to Vieng Kham winded itself through the most beautiful mountains. After two hours and 50 kilometer we arrived in Chiang Kham where we were told that the Sãwngthãew to Vieng Thong (the one we where sitting in) could go to Vieng Thong, if we paid $ 60. This was at one o'clock and less than one third of the way to Vieng Thong. Next transport onwards was a bus passing through from Vientiane

 

 

somewhere at night. Luckily I was with an American, so we could share our misfortune. We got out at some kind of guesthouse, at least it had a bedroom for stranded people (we where definitely not the first ones), and on a small terras (great view though) there was a table and menu. It was owned by the only english speaking person in town, hence the reason why we where dropped off there. While we waited we had a nice walk through the town. Beautiful and friendly people, took some great photo's. At night we ate at our guesthouse and chatted with the owner and some bos he taught english. Big fun, though there was no electricity, it was nice enough with the candles. Now they told us the bus would come between 11 p and 1 am. So we tried to stay awake and warm. Both got pretty hard as it became later and colder. We kept ourselves warm with blankets from the 'bedroom'. It got twelve, one, onethirty, two o'clock, but still no bus. It got twothirty and every now and than one of us dozed of. Finally at three fifteen the bus came. We ran outside and stopped the bus hopefully. Unfortunatelly the bus was so full that people were already standing in the aisle, no we couldn't get on. Next bus to Vieng Thong the next evening at??? We got frustrated back inside, laid down on the bamboo matrass and fell asleep in our clothes . The next day we took the Sãwngthãew to Luang Prabang. Via a detour I made it to Xam Neua the next week and it was worth it.

 

 

 Laos

 

11-01-2008 t/m 08-02-20087

 

Laos is een schitterend land, aardige mensen, mooie natuur en...veeeel toeristen. En vooral dat laatste is me een beetje tegengevallen. Nadat ik vorig jaar in Myanmar was geweest, waar het toerisme nog in de kinderschoenen staat, had ik dit, aan de hand van al de verhalen, ook in Laos verwacht. Maar sommige landen veranderen snel en helaas is Laos er een van. Nog een paar jaar en het wordt net zo erg als in India of Vietnam. Zonde, maar ik ben bang wel een realiteit. Ben dus toch wel blij dat ik nu geweest ben en nog enigzins heb kunnen genieten van de wat kleinere plaatsen. Maar goed, hier het verslag.

Om van Chiang Kong in Thailand naar Huay Xai in Laos te komen, moet je de Mekong oversteken. Deze rivier die vanuit Tibet door China en dan door Laos, Cambodja en Vietnam stroomt, vormt voor het grootste deel de grens tussen Thailand en Laos. De rivier over gaat met dure longboats, voor- of nadeel van geen keus hebben, en verloopt vrij vlot. Helaas staan de tourgroepen die ik in Thailand ook voor me had, ook nu weer voor me. Laos' grenspost is een grote vorm van ongeregeld en toch een soort van georganiseerd. Ik denk dat als ik 's middags was aangekomen het er lekker rustig was geweest en het snel kan verlopen. Nu echter chaos. Eerst een visum aanvragen in een deuropening, net als al die andere groepen. Dit doe je door een ingevuld formulier, pasfoto, paspoort en 35 dollar te overhandigen. Na een tien minuten krijg je je paspoort terug met een visumstempel voor 30 dagen. Dan naar de douane, soort loket, voor de stempel. Ondanks alles, toch nog een soort van snel en om 10 uur ben ik door alles heen. Eerst op zoek naar een koffie en dan op zoek naar de busstation. Laatste is lastiger dan ik dacht, blijkt dat in Laos bijna alle busstations voor de gein ver buiten de stad zijn geplaatst. Hier dus 11 kilometer verderop. Ga er met een minibus heen en pak de bus van 13 uur naar Luang Nam Tha. Gelukkig gaan bijna alle toeristen met de slowboat in twee dagen naar Luang Prabang. Dit busstation biedt weinig etenswaren, dus lunchen met wat koekjes. De bus is redelijk goed en de weg naar Luang Nam Tha is nieuw. Dus in plaats van 7 uur doen we het in 3 1/2. Mooie route door de bergen, zien veel kleine houten dorpjes en ongeschonden bossen. In Luang Nam Tha ook weer een busstop ver buiten de stad en dus met afdingen en weglopen lukt het met een aantal andere backpackers de prijs naar beneden te krijgen. Afdingen is hier sowieso lastig. Het schijnt ze niet veel uit te maken of ze wel of niet klandizie hebben, geldt niet alleen voor sãwngthãew, maar ook voor hotels ed. Na wat zoeken vind ik een hotel, duurder dan verwacht, ook hier aan wennen, hotels ed zijn duurder dan je verwacht in Laos, bijna duurder dan in Thailand. Luang Nam Tha is een kleine plaats omgeven door rijstvelden, karstgebergte en bergstammen. Omdat het een stuk hoger ligt, is het er vooral 's avonds koel. De volgende dag huur ik een 'Rabbit-ear' fiets, zonder versnellingen en fiets door de rijstvelden, tussen de bergen en door de kleine dorpjes van de Akha, Lenten en Black Lao stammen. Voordeel van de bergen hier is dat ze als puisten uit de grond komen en de rest lekker vlak is. Kinder zwaaien en iedereen groet, je kunt foto's maken zonder dat men er wat voor terug wil. De 12de neem ik de bus richting Nong Khiaw. Helaas is de info uit de Lonely Planet erg slecht en gaat er geen bus rechtstreeks, maar moet je overstappen in Udomxai. Hier blijkt geen bus meer te gaan naar Nong Khiaw, maar wel een sãwngthãew naar Pak Mong. Vandaar moet je verder met een andere sãwngthãew. Dus om 4 uur in Pak Mong en daar overstappen. Echter, ik voel me door de chauffeur bedonderd en ga lekker liften. Helaas dus eerst weer een flink stuk lopen voor ik een lift op een TokTok (landbouw voertuig), heb. Die stopt in Nam Bak, een 15 kilometer verder. Blijkt dat de sãwngthãew hier ook stopt en je moet overstappen in de volgende, hopende dat die vol komt. Uiteindelijk ben ik om 18 uur in Nong Khiaw. Een lange dag, maar vooral het laatste stuk door schitterende bergen en ongerepte bossen. Vind een kleine bungalow met balkon en uitzicht op de rivier Nam Ou. De volgende dag wandel ik langs de weg en door kleine dorpjes. Bezoek hier een aantal grotten die in de tweede IndoChina oorlog als schuilplaats zijn gebruikt. De eerste is groot met diverse grote ruimtes, de tweede is leuker. Kleiner en smaller, en dan vooral het laatste, dus kruipen door de grot. Laatste, alhoewel groot niet echt de moeite waard. De 13de poog ik naar Xam Nuea te komen, voor dit relaas, zie ...Getting stuck? Dus de veertiende met de sãwngthãew naar Luang Prabang. Vijf uur over een slingerweg door schitterende bergen, helaas 's avonds behoorlijke spierpijn in de bovenbenen. Luang Prabang valt me tegen. Ja, er zijn mooie tempels, goede restaurants, veel hotels, maar ook veel te veel toeristen en veel te hoge prijzen, zelfs de motortaxis verdubbelen hun prijzen. Bezoek dan ook in een dag de main sites en vertrek snel met de bus naar Phonsavan. Phonsavan is een verademing, het is een kleine plaats en wat van de normale route, dus redelijk weinig toeristen. Ook hier weer een busstation een paar kilometer van het centrum, maar hier staan de touts je op te wachten om je gratis naar een hotel te brengen en je een tour aan te prijzen. Gelukkig is men niet pushy en gratis transport is altijd goed. Dus achterop een brommer naar de hotels, het is al tegen de avond en het begint al aardig af te koelen.  Net als Nong Khiaw ligt het hoog en koelt het 's avonds flink af, een jas of trui heb je hier dan ook echt wel nodig. En ja, ik boek zowaar een tour voor de volgende dag. Met een minibus met andere touristen bezoeken we de Plain of Jars. Deze sites zijn uniek in de wereld. Ooit, honderden misschien een paar duizend jaar terug zijn honderden stenen kruiken gemaakt en dan geen kleintjes, maar flinke, sommige wegen wel een paar ton. Wanneer ze gemaakt zijn is niet zeker, ook het doel ervan is niet helemaal duidelijk. Sommige beweren dat het voor voedsel is, anderen zeggen dat het een grafplaats is. Volgens de laatste werden de lichamen in de kruiken geplaatst en na te zijn vergaan er onder begraven. Voor het laatste zijn bij één kruik botten onder de kruik gevonden en in enkele kruiken bezittingen. Hoe men de botten onder de zware kruiken kreeg wil het verhaal niet zeggen. Daar de kruiken vooral bij elkaar staan lijkt de laatste mogelijkheid de meest waarschijnlijke, maar ik denk dat de lichamen eerst begraven werden en dan de pot met bezittingen erop gezet. We bezoeken verder nog een boerderij waar men rijstwhisky maakt, ofwel Lao Lao (erg lekker). Ik moet zeggen, de Plain of Jars is een fascinerende plek. Wat een belangrijk deel van de kortere termijn geschiedenis is, is dat de Plain en omgeving in de tweede Indo China oorlog (zestiger en zeventiger jaren) zwaar door de Amerikanen gebombardeerd is. Van de begaande paden gaan is nog steeds geen optie wegens alle onontplofte Bombies, de bommetjes van de clusterbommen. In Phonsavan is een kantoor van de MAG, een organisatie die lokale mensen opleid voor het onklaar maken van al deze UXO's. Zij checken ook gebieden voor UXO's alvorens dit gebruikt kan worden voor akkerbouw, tevens geven ze voorlichting aan kinderen en ouderen. Helaas sterven nog ieder jaar teveel mensen door de UXO's en raken tientallen gewond. Het is ongeloofijk om te weten wat de Amerikanen in deze geheime oorlog hebben gedaan. Ergo, na het stoppen van de oorlog in Vietnam is het bombarderen van Laos verhoogd. Volgens een gids in Vieng Xai zijn er meer bommen op Laos gegooid dan in de gehele tweede wereldoorlog. Vooral in deze gebieden zie je veel hulzen van clusterbommen die gebruikt woorden als pilaar, voedertrog oid. Het metaal wordt ook omgesmolten om gebruikt te worden als borden, vorken en lepels. Naast dit gebied is ook het gebied in het zuiden van Laos, bekend als de Ho Chi Minh trail zwaar door de Amerikanen onder vuur genomen. En dit alles in strijd tegen het communisme. Alles bij elkaar is Phonsavan het bezoeken meer dan waard. De dag erna, besluit ik toch door te gaan naar Xam Neua, dit houdt een 11 uur lange busrit door een werkelijk ongelooflijk mooi landschap. De weg slingert zich door de bergen met zo nu en dan prachtige vergezichten. Pas tegen half zeven ben ik in Xam Neua, gelukkig heb ik snel een goede kamer, met helaas een koude douche, alhoewel ik hier intussen al aardig aan gewend ben. Xam Neau zelf is niet erg sensationeel, wel een interessante markt waar ze divers wild (dood helaas) aanbieden. Ik hang er een dag rond en trek wat op met drie engelse meisjes, 's Avonds ontmoet ik via hun Ann, een studente Engels die me de dag erna achterop haar brommer meeneemt naar Vieng Xai. Echter we bezoeken eerst die avond nog de lokale disco met een groep Lao scholieren. Karaoke en Thai/Lao popmuziek. Zoals gezegd ga ik de volgende dag met Anne achterop de brommer naar Vieng Xai. Ook dit stuk, 28 kilometer, slingert zich door het kartsgebergte. Helaas is het bewolkt, slecht voor foto's. Na een stop en het eten van een noodlesoep, dropt ze me bij het Caves Visitor Centre. Hier vandaan is twee keer per dag een tour door de grotten die gebruikt zijn in de tweede Indo China oorlog door het communistische Tha Thet. Om bij de grotten te komen is een fiets/brommer handig en Ann geeft me haar brommer te leen om ze met de gids te bezoeken. Krijg ik er gelijk nog iemand achterop. Ongelooflijk lief van haar. Met die jongen en nog vier Amerikanen op motoren (een heeft in Vietnam gevochten) krijgen we een rondleiding door een zestal grotten. In het karstbergen hebben de Tha Thet grotten gemaakt om zich te beschermen tegen de Amerikaanse bombardimenten. En die waren er, elke dag en dan bijna de hele dag door. De grotten zijn alhoewel niet erg groot, wel indrukwekkend. In grotten zijn de diverse kamers nog in bijna originele staat, ook zijn er emegencybunkers in iedere grot met Russische luchtzuiveraars. In een grot staat de vergadertafel met fot'o's van de zeven leden van het Laos Politburo. De ingangen van de grotten zijn zo gemaakt dat ze vanuit de lucht (bommenjagers) niet te zien zijn. Echter bij één was dit eerst niet het geval. Nadat de vrede is weder gekeerd zijn in 1973 huizen gebouwd als onderkomen voor de leden van het Politburo, ieder bij zijn eigen grot. Bij één is een bomkrater omgebouwd als vijver. Laatse grot die we bezoeken is een grot die gebruikt is en nog gebruikt wordt als theaterzaal. Terug bij het info centre zie ik Ann weer en na wat drinken (Beer Lao schijnt de jeugd hier erg lekker te vinden) mag ik op de brommer terug rijden. Het is nog steeds bewolkt en fris, een koude rit daar ik alleen een blouse aan heb. Terug in Xam Neua  neemt Anne me mee naar het huis van haar zus waar ze ook woont. En om 18 uur brengt ze me terug naar m'n hotel, ik ben erg koud en een koude douche is zeker geen verademing. De volgende twee dagen gebruik ik om met de bus van Xam Neua, via Phonsavan naar Vang Vieng te geraken. De bus naar Phonsavan is er een van Russische makelij met krappe bankjes, gelukkig doet hij het in 9,5 in plaats van 11 uur. De 24ste neem ik de VIP bus naar Vang Vieng, luxe bus met redelijk goede stoelen en airco, plus je krijgt een fles water, jaja echte luxe. 's Middags ben ik in Vang Vieng en neem een kleine mini kamer (dus echt klein) aan de rivier. Het zijn gehorige kamers, maar 's avonds is men erg rustig. Vang Vieng is een van de twee super toeristische plaatsen en als je een fan van Friends bent zul je het hier erg naar je zin hebben ( de meeste restaurants draaien de hele dag reruns van Friends). Net als in Luang Prabang, een aantal straten vol met restaurants, winkels en hotels. Ik loop dan ook de stad uit en bezoek de Xim Caves, deze zijn pas een maand ervoor ontdekt en je komt er na een wandeling door de rijstvelden (staan nu droog, men oogst maar 1 keer per jaar). Met een gids en hulp klauteren we door de grotten. In een is een meertje waar je kunt zwemmen,  helaas zwembroek niet bij me dus moet het laten varen. Men heeft al een soort bamboe vlonder en een autoband liggen. Van de Xim Caves loop ik via een niet erg vaak gebruikt pad naar de commerciële Chang Cave en vandaar terug naar Vang Vieng. De enige reden dat ik gestopt ben in Vang Vieng is wegens de omgeving, ook hier weer schitterende karstgebergte. Ik huur een dag een brommer en tuf over onverharde wegen tussen de bergen door. Wederom bezoek ik twee grotten. De eerste is redelijk lastig te bereiken, zelfs met de brommer (110CC Honda automaat voor de geïnteresseerden) en heet Kham Kham. Ook hier weer met een gids de grot in en deze is nog smaller dan gisteren. Een deel moet je zelfs tijgeren, ik zie er dan ook niet meer uit, ook mijn tas is bruin van de modder. Maar dit is wel het echte grotten werk, niks geen betonnen treden en tl-verlichting, nee als je zaklamp het begeeft, heb je een probleem. De tweede grot is een stuk commerciëler, om er te komen moet je eerst stijl omhoog klauteren, nee, hier ook geen trap, eenmaal boven kom je in een gigantische grot. Ik doe het dit keer zonder gids, is hier geen probleem, en loop zeker 20 tot 25 minuten de grot in. In de eerste ruimte is een reclining Boeddha en na wat klauteren tussen de rotsen door,  kom ik in de volgende grote ruimte, die weer gevolgd wordt door een volgende en zo verder. In de laatste die ik beloop heb ik het gevoel dat hier ooit een ondergrondse rivier was, in de 'zaal' staan diverse natuurlijke zuilen. Als ik na ruim 40 minuten weer bezweet buiten sta is het weer klauteren naar beneden, daar is een lagune in een schitterende kleur blauw, waar je kunt zwemmen. De route die ik verder rij is erg mooi ( is een route uit de LP), helaas alleen weer bewolkt dus slecht voor de foto's. Na het commerciële Vang Vieng ga ik door naar de hoofdstad van Laos, Vientiane. Ik ben hier al om 13 uur, maar heb flink wat tijd nodig om een kamer te vinden. Ja Vientiane is ook toeristisch, maar....zie What about..Vientiane? Anyway, de stad bevalt me wel. Ik laat m'n was doen en  bezoek de eerste middag ook nog de Victory Gate, Putaxai. Dit is een soort Arc de Triomphe, maar dan anders. Het is gebouwd met het beton wat eigenlijk bedoeld was voor wegen en het is nooit helemaal afgebouwd, hoezo misbruik van ontwikkelingsgeld ( gelukkig van de Amerikanen en die hebben in Laos nog het een en ander goed te maken). 's Avonds zijn er nightmarkets met goedkoop en lekker eten en langs de Mekong zijn ook allemaal restaurants en dranktenten, het heeft hier wel wat. De volgende dag wandel ik eerst naar Pha That Luang, deze tempel is het symbool van Laos en dus het bezoeken waard. Ondanks zijn beroemdheid is het hier niet eens druk. De tempel is begin 20ste eeuw herbouwd door de Fransen die het zo slecht gedaan hadden, dat het in de dertiger jaren overnieuw is gedaan en toen in de oorspronkelijke staat, intussen is er weer enig renovatiewerk nodig. Ondanks dat is het nog steeds erg mooi. De stupa is vierkant en van goud (niet echt goud) opgebouwd en met een blauwe lucht als achtergrond schitterend, ontwerp en bouw is zeer uniek. Hierna loop ik terug naar Putaxai en vervolg de beroemde wandeling uit de Lonely Planet. Ik weet het is makkelijk, maar in het algemeen zijn de wandelingen erg goed en zie je de meeste monumenten en stukken van de stad waar je anders niet zo gauw komt, of de details niet ziet, In dit geval gaat hij via de markt, twee bekendste tempels en dan langs de Mekong en nog meer tempels en musea. De markt is erg groot en ook hier zie je weer de vreemdste dingen (lees dieren). Er is ook een semi modern winkelcentrum met....roltrap, ik denk de enige in Laos. De eerste bekende tempel die ik zie is What Si Saket, een niet zo grote tempel, maar wel de oudste en gebouwd in hout, zeer de moeite waard. De tweede is er tegenover en is What Haw Pha Kaeo, ook niet groot en zeker niet zo oud, maar binnen is een klein museum die het bezoeken waard is. Langs de Mekong loop ik verder langs het centrum en hier vind ik een redelijk goedkope massage. Ja, ook dat moet je bijhouden en dus laat ik me een uurtje masseren en een traditionele Loa massage is zeker anders dan de Thaise. Men gebruikt een soort olie en men rekt en trekt minder. Het is zeker minder hard en zeker rustgevend, val zelfs bijna in slaap. Na deze ontspanning wandel ik nog een uurtje door langs een aantal What's en eindig aan de Mekong om de zonsondergang te zien. Als ik hiervan zit te genieten belt Ineke me, later die avond verblijd ook Marjan me met een telefoontje, toch wel handig een tijdelijk prepaid nummer. Zonsondergang is wel aardig, ben denk ik te verwend. Omdat Vientiane me wel bevalt blijf ik er nog een dagje hangen. Ik neem de 28ste dan ook de lokale bus naar Xieng Khuan. Het eerste deel is een zeer goede weg naar de Friendshipbridge, de grensbrug over de Mekong tussen Laos en Thailand. Hierna verslechtert de weg enorm en is het een groot gaten festijn. Mijn doel is het Budha park in Xieng Khuan. Dit kleine park aan de Mekong staat vol met beelden, niet alleen van Buddha, maar ook van Vishnu, Ganesh, Garuda, Shiva ed. Heel apart. Terug in Vientiane stap ik uit bij What si Muang. Hier zijn twee bijzondere items. De eerste is een eeuwenoude stenen beeld van Budha (lijkt echter meer op barbapapa), deze staat  op een kussen en als je die drie keer optilt tijdens het zeggen van je wens, dan komt deze schijnbaar uit. (zoals drie keer onder een kist met beenderen doorkruipen zoals in Georgië). In het achterste deel van de tempel is een nog oudere pilaar waarvan de legende gaat dat om deze te plaatsen een zwangere vrouw in het gat onder de pilaar sprong om deze te plaatsen en zo zich zelf op offerde (anderen zeggen dat ze verplicht/geduwd is). Terug in het centrum vind ik een supermarkt die echt van alles verkoopt (inclusief erg dure veterdrop). De 29ste neem ik de bus naar Tha Khaek, je ziet gelijk een verschil met het noorden. Is het noorden van Laos erg bergachtig en vol met slingerende wegen, het zuiden is vlak met redelijk rechte en vooral goede wegen. Bussen en afstanden gaan hier een heel stuk sneller. Tha Khaek ligt ook langs de Mekong en vlakbij nog meer karstgebergte. De plaats is op zich niet groot, maar wel ruim opgezet.  Vind een grote kamer met balkon en een aangrenzend redelijk restaurant, laatse is in verband met de grote van de stad wel handig. Het oude centrum van Tha Khaek is langs de Mekong met een aantal kleine terrasjes, ook hier dus aan de andere kant van de Mekong Thailand, verder veel Franse steil huizen. De dag erna huur ik een fiets (moet je dan wel eerst 3 kilometer voor lopen) en fiets ik het karstgebergte in. Een 12 kilometer buiten Tha Khaek is een grot die pas in 2004 ontdekt is. Alhoewel de grot niet groot is, is hij belangrijk voor de boeddhisten, in de grot bevinden zich namelijk een paar honderd boeddha beelden, in grootte variërend van 10 centimeter tot meer dan een meter. Om bij de grot te komen is het acht kilometer fietsen over een onverharde, maar vlakke weg. Daar het een belangrijke site is, heeft de regering de grot makkelijk toegankelijk gemaakt via een lelijke betonnen trap en tl verlichting, ben ik in nog geen enkele grot tegen gekomen. Persoonlijk had ik er meer van verwacht, maar het is één ruimte waar de beelden bij elkaar staan, de meeste zijn klein, er staan maar een paar wat gotere. Ik fiets weer terug naar de hoofdweg en vervolg de route tussen de bergen door, dit keer eens met een blauwe lucht, om nog een grot te zien. Deze is meer een gigantische tunnel met rivier. Ik klauter er doorheen en duik aan de andere kant in het verkoelende water. Terug in de stad fiets ik eerst nog even naar de Mekong voor een verkoelende Chang beer. De 31ste besluit ik Savannaketh te laten voor wat het is en gelijk door te gaan naar Pakse in het zuiden. Hier pas om 18.00 uur, houdt in dat het hard zoeken wordt naar een hotel, ja ook hier een schaarste in kamers. Vind uiteindelijk een vrij dure minikamer in een hotel, de ochtend erna verkas ik naar een goedkopere en betere kamer. Die dag bezoek ik de sites van Pakse, enige interessante is de gigantische markt. Verder maak ik gebruik van de dag om mijn website te updaten. Pakse ligt vlakbij het Bolaven plateau en omdat te bezoeken huur ik voor drie dagen een brommer. Ik laat m'n rugzak achter en neem niet al te veel mee. De eerste route (oké is weer eens uit de LP, gaat het plateau op naar Tat Lo, 90 km van Pakse. Halverwege maak ik nog een stop bij Phasoume resort. Hier is oa een mooie waterval en is een soort etnisch openluchtmuseum, helaas is het weekend en een populair dagje uit voor de Thai. Kindertjes worden aan het dansen gezet voor een paar extra Kip. Om 13.45 uur ben ik in Tat Lo, is een klein gehucht met wat hotels en een mooie waterval, het geheel is erg relaxed. Buiten degene in de plaats, zijn er nog twee watervallen. De verste bezoek ik met de brommer. Om er te komen moet je een berg op en kun je boven op de waterval staan. Er is maar een klein straaltje, maar het uitzicht is de moeite waard (nadeel van de droge tijd). De derde waterval beloop ik, maar stelt niet veel voor. De tweede dag ben ik om negen uur op pad. Het eerste stuk van de route gaat over een onverharde weg en daar er meer verkeer is, rij je regelmatig in een stofwolk. De weg loopt door kleine dorpjes en koffieplantages. Na 20 km. ben ik in Tha Taeng waar ik uitrust met een Lao coffee (is met zoete melk en wat aan de dikke kant). Dan door naar Sekong, maar hier is niet veel aan en dus tuf ik door naar Attapeu waar ik om drie uur aankom. Heb een luxe kamer met tv (kijk 's avonds Happy Feet). De stad is het omrijden (heb plm 140 km gereden) waard, alhoewel de weg erheen door wegehakte en gebrande bossen gaat. Mooi uitzicht over de Xekong en aardige mensen in de stad die duidelijk weinig buitenlanders zien. Ook de lokale markt is weer interessant. Dag nummer drie rij ik terug naar Pakse, een rit van een 180 kilometer. Ook nu weer een deel (60 km) over een onverharde, maar stille weg. Door ongerepte bossen en langs watervallen, door dorpjes en wederom afgebrande stukken bos. Om 16 uur ben ik terug, pick mijn rugzak op en check in een ander hotel (wederom volle hotels, maar ik had vooruit gebeld). Na een douche rijd ik een stukje terug voor een wel verdiende massage, die zijn hier nog relaxter dan in Thailand. 5 februari neem ik de bus (sorry sãwngthãew) naar Don Khon, helaas met twee uur vertraging wegens een olielek (pas de derde keer pech deze reis, ongelooflijk). Don Khon is één van de fourthousand islands in de Mekong, die is hier 14 km breed, dus met een longtail boot over. Er zijn hier twee toeristische eilanden, Don Khon en Don Det, laatste is het toeristen eiland. Op het eiland hebben de lokale bewoners de toerist ontdekt en een goedkope kamer vinden niet moeilijk, iedere boer lijkt er een paar te hebben. Heb een hut met balkon en hangmat. 's Middags bezoek ik nog de Li Phi falls, een zeer brede en imposante waterval in de Mekong. Terug bij mijn hut hang ik de avond met sigaar, bier en muziek, in mijn hangmat. De volgende dag al vroeg op pad, over het eiland hebben de Fransen ooit een spoorlijn gemaakt en via deze loop ik naar de zuidkant van het eiland. Loopt echter niet echt makkelijk, laat staan als je fietst. Aan begin en einde ligt een geroeste stoomloc, niet echt interessant. Aan het einde wel een betonnen landingsdok van de Fransen en mooi uitzicht op de Mekong. Helaas laten de zeer zeldzame dolfijnen zich niet zien. Terug gaat via de oostkant van het eiland, zo nu en dan moet je een watertje over, hiervoor hebben de eilanders de metalen rails met leggers gebruikt. Om 14 uur ben ik vermoeid terug, het is goed warm en een groot deel was in de zon. Hang dan ook de rest van de dag in mijn hangmat. De zevende met de longtail terug naar vasteland en met de sãwngthãew richting Pakse. Echter 30 km voor Pakse stap ik op een kruising uit en heb snel een lift naar Champasak. Voor het laatste stuk moet je met een veer over, maar alleen de auto betaald. Chauffeur zet ons (was met nog drie anderen) netjes af in het centrum. Heb wederom snel een kamer, het is pas 14 uur en huur ik een fiets om de acht kilometer in de hitte te overbruggen naar What Phou Champasak. Een tempel complex uit de Angkor tijd en gebouwd in de Khmer stijl. Het is gebouwd tegen een heuvel op wat weer eens mooie uitzichten biedt. De tempel is het bezoeken meer dan waard. Ja en dan is mijn tijd in Laos voorbij. De achtste pak ik vroeg de sãwngthãew naar Pakse en spendeer mijn laatste Kip, dan met de volgende sãwngthãew naar de grens. Die wordt duidelijk veel door de Thai gebruikt, er is een superluxe dutyfree zone, lijkt bijna op dat van een luchthaven. Douane verloopt vlot en om 13 uur ben terug in Thailand.

 

 

 

 

What about...

 

...Tourism?

In some countries things change fast. Sometimes faster then expected. In 1995 I travelled freely through a fast changing China. It was still hard, but you could see change coming rapidly. Now I'm in Laos, it is even worse. Not because there are more hotels or restaurants, but because of the amount of tourists going around, sorry  I just don't like mass tourism. When I crossed border in the north of Laos at Hua Xay, there where 3 big tourgroups in front of me. All taking the slowboat to Luang Prabang, doing a trekking there, going on to Vang Vieng for tubbing and then to Vientiane. So I went to Luang Nam Tha instead. But, like everywhere, I saw many, many tourists, though mostly backpackers (or even better, mostly French). Luang Prabang at night was only tourists, Vang Vieng even worse (unless you're a big fan of 'Friends'). Tv-restaurants, touroperators and souvenirshops. The souvenirs nightmarket in Luang Prabang was bigger then the amount of tourists and that says something. In Vientiane I arrived at 1 PM and walked around for an hour to find a room, as I did in Tha Khaek and Pakse. Prices of hotelrooms in some places are higher than in India or Thailand. Toilets at the interregional busstation in Luang Prabang was even more expensive than in Amsterdam (luckily busses stop along the road for a pee break). Western food is readily available for higher prices. Hamburgers, pizza's,and american breakfast is sometimes easier to get than Laap or noodlesoup. So, if you think that Laos is still an undeveloped tourist country with little tourism, think again. You are definitely too late. 

 

... Vientiane?

Why a part about Vientiane? Well, because. As I wrote before Laos is  overwhelmed with tourists, all doing the same route. From Huay Xay by slowboat to Luang Prabang, via Vang Vieng to Vientiane. As I told I didn't like Luang Prabang and Vang Vieng due to the amount of falang. So why did I liked Vientiane? With a population of just over 230.000 people it is hardly big enough to be named a capital, but it is and it shows. Some places just have a fibe, it is just there and you feel it when you enter the places. Paris got it, as does Amsterdam, Rio de Janeiro and Sydney. So where does this little town fits in. Well, maybe because it is small and has all the facets  of a capital. Nice monuments and temples, great restaurants, big avenues, an expat community, nice bars and this all in walking distance. Yes there where a lot of tourists, but because there where also a lot of Lao people (wealthier or just higher educated or students) they didn't take the overhand. So walking in Vientiane you just fitted in.

 

...Roadsides?

I arrived in the north of Laos, an area with big old forrests and magical mountains. The main roads where pretty good. Being allready surprised by the clean roadsides from Thailand, I expected in this poor country a lot of plastic on the roadsides. Big was thesurprise that the ditches on the  roadsides were quite clean, even in the villages it was neat. On the road I hardly see anybody throwing stuff out of the bus window, except the vomitbags (see '...Travelling'). But coming close to the capital this changed and more and more garbage appeared on the roadsides. Travelling south from Vientiane it felled like Thailand 17 years ago, seeing garbagedumps aside the roads. Then going further south it seemed to disappear again. Why?? I tried to figure it out, but came to no conclusion then it is what it is.

 

...Frenchies?

The fun thing about travelling is that you not only get in contact with local people, but with people from all over the world. Mostly you meet up with Germans, Swiss, Australians, English, Israeli and Dutch. But nowadays you also meet a lot of Americans, Italians, Canadians and French. But I also met persons from Poland, Finland, Lithuania, Tjech republic, Brasil, South Africa and even someone from the Ivory Coast. So what about those French. Well, if you've ever been to France you know that they've a hard time adjusting. Just try to find your way when you don't speak French, even in the tourist areas. They just assume that everybody speaks it. Now when you're in France this is not easy but ala. But..the French love Laos as it used to be a part of France, so allmost a quarter of the tourists is from France. Now a lot of these Frenchies hardly speak any english, but being in Laos they think the Lao all speak French. Though the second government language is French I didn't meet a Lao who spoke it. But what about those Frenchies? Well when you meet other travellers you greet them by speaking the universal language, meaning you say 'hello', 'hy' or Sawadee (in Laos). People from all over the world say it, except the French. They just assume that everybody loves and speaks French when travelling abroad, so they don't adjust and can only say 'bonjour' and the worst part: they expect you to say it back. Grrrrr.

 

1TRAVEL.NL © 2007• Privacy Policy • Terms Of Use