Home
Fotopagina
What about...?
...Skimpies
To attract more workers to the bars in Kalgoorlie, they invented the Skimpie. A Skimpie is a young and pretty bargirl (not like the ones you normally see in the outback pubs), who wear only a slip and bra between certain hours, preferably after working hours. Now it doesn't stop there ofcourse, when gotten enough tips they will put a sticker on their nipples and serve topless for a while. Sad?? Women's exploitation?? Maybe, but a good Skimpie can make as much as a truckdriver in the Superpit (being well over A$ 100,000.00 per year)
...Weightproblems?
No, this is not about me, though I know I can loose some kilo's. Now most of you know that Americans tend to be a tiny little bit overweight. Normally the Aussies are sportfanatics and most men and women look like the surferboys and girls we see on the Telly. But things change. Though they don't like to be compared with the Americans, they do try to be like them (oeps, I'm not allowed to say that). So you start seeing more and more heavy, real heavy women and men. Yes I say women first, 'cause about 80% of the biggies I saw were women.
...Roadtrain?
A what?? Right a roadtrain. No, this is not a train, but a truck. In Holland the length of a truck uses to be 18 meters, I think this rules for the rest of Europe as well. Now in Holland it is permitted for some companies to extend this to 25,25 meter, being a 20 and a 40 feet container plus truck. One of those two must be attached to the truck. Now Australia is a bit bigger then Holland with way less traffic. Plus the country has mostly hills and not steep mountains, so they allow longer trucks. And with longer, I mean a lot longer. Out of the big cities, into the outback you will see them speeding along, going around 100 km/h. Pulling not two 40 feeters, but three. Total length, way over 50 meters. Passing them can be scary, but with long stretches of empty straight roads not too bad. Now one thing was strange, not about the trucks, but in the allowed length of them. When I went up north a couple of years ago, from Perth to Darwin, roadtrains were allowed to grow? Did we see in Western Australia that the maximum length was 52,5 meter, in the Kimberly's they could be 53,5 meter. In the northern Territory they allowed more than 55 meter. Question is where and how do they add the extra few meters?
...changed?
The first time I traveled to and in Australia was back in 1991. In those days they lived to my idea still in the seventies. You couldn't get a decent cup of coffee, most restaurants were BYO (bring your own beer or wine) selling big plates of food for little money. Bicycles were hardly around, nor bicyclepaths. There were women, though looking at them made me understand why Aussie-man got their wives from overseas. Economy in '91 was going steep downhill. Ordering a hot choco in a countrybar was something they never heard of. Over the years I saw the country change. There are bicyclepaths, trendy restaurants selling dozens of different kinds of coffee. Girls are among the prettiest of the world and BYO is getting rare. Economy is booming and houseprices have skyrocketing. Yes Australia is the place to be. Is it?? I don't know anymore. First I saw it change it for the good, see above, now I see it changing for the worst. It is getting too regulated, there are rules and signs for everything. Government and big companies get sued for the smallest things. (a guy sued the local town when he got hurt by a big wave while surfing. This bloke surfed at that spot for many, many years and claimed that they should have warned him for the big waves and current and that they might hurt them). Buying a house is almost impossible due to the enormous prices, small houses costing over 300.000 Euro, better ones over a million. To become a volunteer for kids clubs, schools, churches, you need a certificate. When applying your kids for a camp or school/clubs outing kids do need the parents approval slip signed, including answers to all kinds of questions, some got nothing to do with the outing itself.
|
Australië
16-03-2008 t/m 18-05-2008
Oké, ruim twee maanden in Australië en hier een verslag van maken, is wat lastiger dan van de landen tot nog toe. Daar kon ik makkelijk van dag tot dag een mooi verslag maken, hier is dat wat lastiger of juist makkelijker. Dus dit keer niet een van dag tot dag een verslag, maar een overzicht van wat ik zo'n beetje gedaan heb.
Op 16 maart ben ik vroeg op in Singapore om met Qantas naar Perth in West Australië te vliegen. Daar kom ik aan het einde van de middag aan. Nou staat de douane in Oz (Australië) niet bekend om zijn snelheid en dus sta ik een redelijk lange tijd in de rij om een stempel te krijgen. Het visum heb ik digitaal gekregen, dus dat is geen probleem. Wel is het zo, dat de douanier aangeeft of je gescreened wordt. En ja hoor, daar ik geen uitreis ticket heb, ben ik de pisang. Mag na het pakken van mijn rugzak van de transportband, met een dame mee en mag zo'n beetje mijn hele rugzak uitpakken terwijl ik uitgehoord word. Ze willen mijn hele route weten, wie Els, mijn zus, is en dit wordt zelfs gecontroleerd. Waar zit mijn geld, heb ik voldoende financiën en mijn buidel en creditcards worden getest op drugs. Ik heb echter niets te verbergen, dus klets rustig met haar. Alles bij elkaar sta ik er bijna een half uur, terwijl zuslief met de kinderen staat te wachten. Maar ik mag door. Ja en dan ben ik voor de zevende keer in het land van de Flying Doctors en The Crocodile Hunter. Perth is voor mij dus een bekende plek, veel heb ik al gezien. Ik maak gebruik van de tijd om uit te rusten en mijn Australische vrienden te ontmoeten. De eerste weken is het nog lekker warm, zo rond de dertig graden. Warm genoeg om nog een paar keer in de Indische Oceaan te zwemmen. Beetje bodysurfen en afkoelen in het super blauwe water. Barbecue ontbijten aan de zee of in het park. Beetje koffie drinken in het trendi Subiaco en Leederville. Fietsen rond Lake Monger, winkelen in de stad, Karynjup en Innaloo. Fish en Chips eten aan de kust in Fremantle, fietsen naar de stad en mijn site bij werken.
Lake Monger
Veel tijd heb ik kunnen doorbrengen bij de buren van Els. Van Zoltan en Diane mocht ik de laptop lenen en gebruik maken van hun broadband (ADSL). Helaas geen bereik bij Els, dus zat ik rustig aan de grote tafel op de veranda met als afleiding Misti de hond. De tijd achter de pc en internet was vooral om uit te vogelen hoe en waar ik verder naar toe ga. Dit viel nogal tegen, daar zowel Rusland als China het zo moeilijk mogelijk maakt voor backpackers om er heen te gaan. Dus uitzoeken voor visa's en vluchten, eerst voor die landen, later voor de alternatieven. Maar ik ben er uit gekomen en de rest van de reis is gepland. Heb ik verder dan nog wat gezien? Uiteraard.
Op 24 maart, Els d'r verjaardag gaan we met Mil naar de Maze. Dit betekent doolhof en er zijn er dan ook wel twee in het park. Gelukkig is er ook minigolf en frisbeegolf, dus we vermaken ons verder wel. Alhoewel ik het woord Maze dan wel wat overdreven vind voor dit kleine park.
Eind maart vraagt de zwager van Paul, Rick, of ik hem een paar dagen wil helpen met het ophangen van gordijnen in Carnamah. Lijkt me leuk en dus pikt hij me op een donderdagochtend op, om de drie uur te rijden naar Carnamah. Hier heeft hij een klusje in de gerenoveerde community hall. Langs de muren moeten zware gordijnen worden opgehangen en nog wat andere kleine klusjes. We zijn hier een paar uur mee bezig en maken het de volgende ochtend af. Wat leuk is, is dat Carnamah echt een outback plaats is, iedereen kent elkaar, er is een hotel/bar/restaurant/motel (juist, alles in één gebouw), een kleine supermarkt, een benzinestation, vier straten, een school en de community hall. We verblijven in de motel en eten en drinken wat in de bar. Het is moeilijk uit te leggen hoe het is zo'n plaats is, maar als de barmeid (50 jaar in minirok en half open blouse)
Roadtrain
's nachts ruzie krijgt met de dronken vrouw van de lokale politieman (er zijn maar twee politiemannen in het dorp), een bargast zijn zweep toont en iedereen er mee laat spelen, het eten goed en veel is, en het belangrijkste evenement Foottie on the Tellie, dan beschrijft dat het een beetje. Ofwel, een niet te missen ervaring.
Begin april zijn we een weekje wezen kamperen in Kalgoorlie, alhoewel ik al veel van West Australië heb gezien, was ik hier nog niet geweest. Ik ga op een zaterdagochtend al vroeg met Peter met de trein naar Kalgoorlie. Die trein is wel even anders dan ik de laatste maanden gewend was. De trein is niet lang, maar superluxe. Veel, erg veel beenruimte, reclining chairs, tv's waar de route op wordt getoond, beeld uit de cockpit en twee keer een film, koptelefoons via je stoel en de hele rit muziek. Je kunt er koffie en eten krijgen en regelmatig komen ze langs om afval op te halen. Om half drie zijn we er en lopen we naar de Prospecter (goudzoeker) Caravan Park, een stukje buiten de stad. Om vier uur komen Els, Paul en Henk aan. Snel de tenten opzetten en wat eten in de stad. Rond 1890 is er in deze streek veel goud gevonden en vond hier een ware Goldrush plaats. Complete steden werden in een een paar jaar opgebouwd, tien jaar later stond er niets meer. Vergis je niet, in sommige plaatsen woonden meer dan 10000 mensen. In een stad als Menzies woonden 16000 mensen, waren 16 hotels, ziekenhuizen en scholen. Nu staat er een krakkemikige bar, een townhall en wat huizen, deels onbewoond. De hele streek telt nu nog een 1500 mensen. Langs de brede straten van Kargoorlie en Boulder, maar ook in Coolgardie, staan nog, vaak gerenoveerde, gebouwen van rond 1900. Vroeger werden deze straten gebruikt voor de kamelen karavaans die de outback in gingen naar de goudzoekers stadjes. In Kalgoorlie doen we op zondag een wandeling door de Hannahstreet (is degene die rond 1890 hier goud vond). We hebben een brochure van de lokale VVV waar de geschiedenis van de diverse gebouwen instaat. 's Middags brengen we een bezoek aan de Superpit. Dit is de grootste opencut goldmine in Australië. Vroeger stonden hier tientallen kleine goudmijnen, deze zijn in de zeventiger jaren opgekocht door één bedrijf die daarna met grof geweld het is gaan uitgraven. Nu is er een gat in de grond van 3,2 bij 1,4 kilometer en ruim 400 meter diep.
Superpit goudmijn
Enorme grote trucks rijden af en aan, ieder kan meer dan 225 ton aan gewicht vervoeren. Even ter vergelijking, een gemiddelde auto komt tot ongeveer halverwege zijn wielen. Werk gaat hier vierentwintig uur per dag door, zeven dagen in de week. Echter men verwacht over tien jaar de mijn leeg te hebben, wat er daarna mee gaat gebeuren is nog maar de vraag. Ik denk echter niet dat ze het gat weer gaan vullen. Naast deze keer gaan we nog twee keer terug die week. Een keer net na een blast en de laatste keer 's avonds in het donker. Als we 's zondags door Boulder terug rijden komen we langs de Sweetshop die allerlei soorten Nederlandse drop verkoopt, mjammie. De maandag blijven we wederom in de stad en bezoeken we het WA museum, hier is een kluis met soorten steen met goud en juwelen. Verder staan er buiten historische huizen met alle meubels en dergelijke er nog in. Daarna dan naar de Superpit, missen net de blast, maar niet getreurd, was niet te zien. De eigenaren hebben in Boulder een jobagency waar je wat meer informatie kunt krijgen over deze mijn. Hier zien we een documentaire van iemand die chauffeur wil worden op een van die megatrucks, geef een goed beeld hoe het er werkt. Dan nog een bezoekje aan het War museum, met vooral foto's en brieven uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Vooral Gallipoli en de Ardennnen in WWI heeft veel slachtoffers onder de Australiers gebracht, elk jaar wordt dit herdacht op Anzac Day. De dinsdag wordt een warme dag en brengen die vooral in de auto door. We rijden eerst 130 kilometer naar Menzies en dan nog 50 kilometer door over een onverharde weg naar Lake Ballard. Lake Ballard is een enorm zoutmeer waar een kunstenaar meer dan 50 zwarte ijzeren beelden op heeft gezet. Er zijn veel vliegen, vinden vooral de jongens niet echt leuk, verder is het wit en stil. De beelden staan ver uit elkaar en om ze te kunnen zien moet je het meer over lopen. Ik vond het geheel erg surrealistisch. Nu heb ik geen winter gehad dit jaar en geen sneeuw met Pasen, maar lopen over het zout gaf me toch wat nostalgische herinneringen. Het kraken van het zout leek op het kraken van sneeuw, het wit van het zout en de ongelovelijke stilte. En dan die zwarte beelden op dat helder wit met een hardblauwe lucht erachter. Heel apart. Terug in Menzies eten we in de krakkemikkige bar een meatpie en chips (frieten) met goede mayonaise (het lijkt wel of ik Nederland mis). Zoals gezegd staan er nog maar een paar huizen in Menzies en er is een parkje waar wat oude machines onder een afdak staan. Verder brengen we een bezoek aan de Pioneers cemetery, meeste graven uit 1890 tot 1900 van de goudzoekers van jonge leeftijd, daarna was de stad bijna weer leeg.
Pioneer cemetary
De woensdag staat volledig in het teken van de Mining Hall of Fame. Dit grote openluchtmuseum behandelt diverse aspecten van het goudzoeken, ook is een een watertje waar je kunt 'pannen' voor goud. Kleine Henk is erg hoopvol om een grote klomp goud te vinden. En ja hij vind wel wat, zij het dat het een paar snippertjes zijn, maar het idee alleen al is leuk (ook ik heb wat gevonden). In het museum kun je een rondleiding krijgen in een echte, zij het ietwat aangepaste, goudmijn. Onze gids is een oude miner die uit ervaring veel te vertellen heeft. Verder is er een gebouw waar men het smelten van goud laat zien, zijn er films, gebouwen uit 1900, een mini Supertruck en een ruimte met tientallen soorten mineralen en gesteenten. We zijn hier echt de hele dag. Donderdags gaan we weer wat verder op pad en wel naar Coolgardie, Ooit net als Menzies een grote stad, nu nog wat straten en huizen. Wel groter dan Menzies, maar je kunt goed zien dat er tussen de gebouwen van nu, ooit heel wat meer hebben gestaan. Nu is het zo dat Dawn, de moeder van Paul, hier geboren en opgegroeid is. Haar moeder werkte in het oude Railway Hotel (een van de 23 die er ooit waren) en zij groeide daar op. Later ging ze naar Boardingschool in de stad. Zowel het hotel als de school staan er nog steeds. Hiernaast brachten we een bezoek aan de begraafplaats waar haar vader en moeder begraven liggen.
Railway Hotel Coolgardie
Vooral voor Paul en de jongens een aparte plek. Op de terugweg zien we het oude huis, alhoewel dit eigenlijk een te groot woord is, van Jack Carrins. Deze oude goudzoeker woonde dertig jaar in dit krot tot 1970, zonder stromend water en licht. Vrijdag is de laatste dag in Kalgoorlie en bezoeken we een klein treinmuseum en de Royal Flying Doctors Service, verder doen we de rest van de wandeling uit de brochure. Op de zaterdag neem ik de trein (Prospector) weer terug naar Perth, dit keer met Henk. In Perth worden we opgehaald door Diane, de buurvrouw van Els.
Andere zware activiteiten die ik heb ondernomen met Els: Wandelen en fietsen rond Lake Monger, wijn proeven in Swan Valley, rondwandelen in Guilford, Fietsen door Kings Park. Verbazen over de meer dan 37 stretched limo's die honderden jonge studenten in pak of galajurk te zamen brachten op een zaterdagavond in Kings Park voor een schoolbal. Barbecuen met Maurice en Karen in het park. Boodschappen doen in Woolworth en de Station Street Markets, Lonely Planets kopen in Borders bookstore, in de rij staan in het Chinese consulaat voor een transit visum (ruim een uur). Sushi eten met Maurice en Dimsummen met Paul en Els. Wandelen in Yanchep National Park, aangevallen worden door Kookaburra's (familie van de ijsvogel) in Perry Lakes (stond niet echt water in, dus om het nu lake te noemen?) op moederdag. Ok, het waren niet altijd de meest enerverende activiteiten, maar wel relaxte en ik heb er van genoten. Kortom, Australië was dan wel niet zo sensationeel, voor mij, maar net zo relaxte als altijd.
What about...?
...Foodcourts en BYO
This is about food. Not food itself, but the places where you get it. Besides the normal restaurants and fast-food chains you have the option to get some decent food in a foodcourt or BYO. First the foodcourt. Some, maybe most, may know what this is, for those who don't an explanation. You find foodcourts mostly in shoppingcenters and weekend markets. They contain a square with chairs and tables. Around it you find a variety of food outlets. You find Chinese, Malay, Thay, Italian food and much more. There are juice bars, coffeeshops and cakestores. In short, all you need to eat. The fun thing of the foodcourts is, besides the low prices (€ 6,00 for a full plate), is that everyone can eat what he feels like. So when one eats Thai, the others can take Turkish or roast or Mexican. In some foodcourts you can take you're own wine and beer. We went to one that even provided wineglasses and a corkscrewer. That brings me straight to the BYO, meaning Bring Your Own. It is a proper restaurant but without a liquorlicense. A license is expensive, without lowers the foodprice drastically. Because they can not sell alcohol, you're allowed to take it your own. Now just imagine going to your local Chinese or Greek restaurant and taking your own six-pack of beer or bottle of Chianti to the Italian. Ones, this was years ago, we went to a restaurant, ordered our food, went to a bottleshop, bought some beer and went back to the restaurant. Now they are allowed to charge you for opening the bottle and nowadays providing glasses, making some extra dollars.
|
What about...
...Strange Aussie ways?
- Wearing helmets on a bicycle. As a Dutchman it makes you feel less safe and more of a target for the cardrivers. Besides that, it does look ridiculous.
- In the supermarkets, the cashiers are not allowed to sit, so they stand allday behind the counter putting your groceries in lots of plastic bags (maximum three items per bag). Though it has changed over the years, they actually promote cottonbags which you bring yourself.
- When you get change in shops they first hand you the papermoney, then the coins, making it uneasy to put in your wallet (try at home). Plus they don't count it for you,so you must do it afterwards.
- When you phone someone you don't introduce yourself, so you have to guess who calls you.
- Entrance to museum is by 'donation'. Meaning you 'must' pay A$ 2,00 entrancefee.
- The Aussies love rules and the government likes to make them. They put up interesting signs, looking as they're made for kids, but used to 'teach' adults. So on a two-lane bicyclepath (yes they do exist) they right with big letters 'KEEP LEFT WHEN CYCLING' every 50 meters.
- A good thing in Oz is all the beaches and parks including free facilities. At the beaches there are enough parkinglots and a building with toilets, showers and changingrooms. In parks you'll find not only free but also clean toilets with toiletpaper. Furthermore there are free electric or gas barbecues.
- Australia, that is Perth, is pretty safe, that is if you leave your food somewhere. When we went to the zoo, we took an eski, basket etc with food and utensils with us. We did not walk around with all the stuff but left it on the picnic area in the zoo, just like everybody else. Coming back for lunch, everything was still there. Amazing.
- Though how much the Aussies like their booze, it is almost impossible to have a nice beer on a terras. The only places you're allowed to are at restaurants otherwise you have to sit inside. Oh, what fun.
- When Aussies take their young kids out to a foodcourt (great invention) at night, they want to put the kids straight to bed when coming home. So, to do that quick, they put them already in their pajama's.
- Once a year, normally on Queensday or on May 5th, there are big freemarkets in the cities in Holland. People get the old stuff from there attics and are allowed to sell them on the designated streets. A great way to get rit of your rubbish. Unfortunately you can do this only once a year, or you can give it to charities or secondhand stores. Now in Australia, they make it a lot easier for the people. When you have sorted out all your old records, pots, gardentools and toys, you have a garage sale. You don't need a permit. Just put an add in the local paper and put up signs on the streets in your neighborhood. Put a few tables in front of your house, lay out the stuff and wait. When you do this on a Sunday you always have people roaming the streets for these kinds of sales. So you, or your kids, can make some money and get rit of the junk. Saves you a few trips o the dump.
- Aussies are afraid of the sun. This sounds strange in a country where the sun shines every day. But this country is also under the big hole in the Ozone. So when people go outside they won't sit in the sun (in their eyes only the fools do this). When you wait for a trafficlight, you wait in the shade. Many people where caps or a hat. They use 50+ suncream and kids where bathers with sleeves and long legs when swimming in the ocean.
- Each area has its own weekend markets. Are on Sunday all shops closed, the weekend markets are open on Friday, Saturday and Sunday, even when it is a holiday (ok, maybe not on Christmasday). The biggest I know are the Fremantle Markets, though these are very touristy, selling all kinds of souvenirs and knickknacks. I often went to the Station Street Markets. Though in renovation and small, worth a visit. Biggest parts are the vegetable shops. Run almost always by Asians, they have a wide range of fruits and vegetables. All presented clean and without extra weight (meaning they take unnecessary leaves of). A lot of fruit is sliced and put in a bucket for tasting. As in the supermarkets, you don't have to weigh it yourself, they do it when you pay.
|